Letselschadeslachtoffers moeten erop kunnen vertrouwen dat ze deskundig worden bijgestaan als ze de hulp inroepen van een belangenbehartiger. Letsel overkomt mensen per definitie plotseling en vaak slechts éénmalig, dus van slachtoffers kan niet worden verwacht dat zij zelf nagaan of de betrokken dienstverlener gekwalificeerd is en zijn handelen door een onafhankelijke organisatie laat toetsen. Het vandaag gepubliceerde wetenschappelijk onderzoek naar de kwaliteit van de belangenbehartiging toont aan dat de overheid meer regie moet voeren om het kaf van het koren te scheiden. Dat stelt het Verbond van Verzekeraars in een eerste reactie op het WODC-rapport De belangenbehartiger bij letselschade.

Zorgen
Naast rechtsbijstandsverzekeraars, letselschadeadvocaten en -kantoren zijn ook belangenbehartigers actief die niet georganiseerd zijn, waarbij het opleidingsniveau en dienstverlening onder de maat zijn en die zich niet toetsbaar opstellen. Het aantal van dit type bemiddelaars neemt de laatste jaren toe. Het Verbond van Verzekeraars vindt dat een zorgelijke ontwikkeling, omdat het mensen in een kwetsbare positie raakt. Het vandaag gepubliceerde WODC-onderzoek toont aan dat die zorgen terecht zijn en overheidsregie gewenst is.

Kwaliteit borgen
Het Verbond wil met het ministerie van J&V en andere betrokken partijen zoals De Letselschade Raad en Slachtofferhulp Nederland verder in gesprek over op welke wijze de kwaliteit van de belangenbehartiging het best kan worden geborgd. Daarbij vraagt het Verbond zich af of de in het rapport genoemde poortwachtersrol van verzekeraars de meest geëigende oplossingsrichting is om dit probleem te adresseren.

Een verplicht Nationaal Keurmerk Letselschadebehandeling (NKL) biedt volgens het Verbond slachtoffers meer duidelijkheid en beschermt hen beter tegen cowboypraktijken. Het is van groot belang dat alle betrokkenen bij de afwikkeling van schade professioneel en op kwaliteit toetsbaar werken.

Bron: Letselschade.nu